Het oor wil ook wat - door Max Majorana.

januari 21, 2016

DIIV


DIIV begon aanvankelijk als zijproject van Beach Fossils, maar is die groep in de pikorde van indiebands uit Brooklyn inmiddels lang en breed voorbij. Nu verschijnt eindelijk de opvolger van de bejubelde debuutplaat Oshin uit 2011. Frontman en einzelgänger Cole Smith groeide ondertussen door zijn gretige drugsgebruik uit tot een beruchte bandleider – type Kurt Cobain. Veel songs (onder andere uitschieters Bent en Dopamine) op het meer persoonlijke Is The Is Are handelen daar over. Het is dan ook een flinke kluif geworden; 17 nummers in 64 minuten. Dat lijkt op het eerste gezicht wat overmoedig en zelfingenomen, ware het niet dat de liedjes rijper klinken dan op Oshin, terwijl er muzikaal gezien weinig is veranderd. DIIV speelt nog altijd prettig in het gehoor liggende shoegazepop, uptempo en met sprankelende gitaren. In de mix is de reverb grotendeels van de vocalen van Smith verdwenen, waardoor zijn relaas over verslaving duidelijker hoorbaar is. Vriendinnetje Sky Ferreira levert op Blue Boredom een vocale bijdrage.

januari 17, 2016

INDIAN ASKIN



Indian Askin gaat het druk krijgen. De rockgroep rondom zanger/gitarist Chino Ayala is langzaam tot volle wasdom gekomen en brengt eindelijk een debuut-EP uit. De clubtour is as we speak begonnen, later dit jaar volgt nog een langspeler. Deze vier songs in kwestie, waaronder hitje Answer, zijn behoorlijk riffgeoriënteerd. Maar Ayala laat met Island pas echt horen waar hij toe in staat is; een heerlijk dwars dagdroomwijsje dat van de vrachtwagen van dEUS lijkt te zijn gevallen.

januari 14, 2016

JAARLIJSTJE 2015


01/Ought - Sun Coming Down

Met hoorbare invloeden van The Fall, Talking Heads en Clinic beweegt dit Amerikaans/Canadese viertal zich op toch zeer eigenzinnige wijze richting de absolute top van het jaar. Ogenschijnlijk nonchalant, maar bij nadere beluistering met een enorme precisie. Beautiful Blue Sky is het sleutelnummer: een krachtiger suspense hoorden we in 2015 niet. Een vervelender tekst over gevoelloosheid trouwens ook niet. Onweer- en onuitstaanbaar tegelijkertijd, en daarom de onvermijdelijke lijstaanvoerder.

02/Naive Set - Dragon

Dragon is een geweldige plaat, maar had toch op geen betere plek kunnen staan dan de tweede. Dragon is namelijk nog een pak beter dan voorganger Reclining Nude, en die stond hier in 2014 op nummer drie. Daarmee is Dragon één van de drie zogenaamd moeilijke tweede platen die tot dit jaarlijstje doordrongen. Nog een uitgemolken clichéetje? Naive Set is onnederlands goed. Want weer zijn alle liedjes raak, alleen zijn de harmoniën en muzikale details nog beter uitgewerkt dan voorheen.  

03/Destroyer - Poison Season

Dan Bejar is nooit een lachebekje geweest, en daar brengt Destroyer's elfde album geen hoorbare verandering in. Na het doorbraaksucces van vorige album Kaputt, dat bol stond van de softporno vibes, slaat hij met Poison Season wel een andere muzikale richting in. De poëzie is gebleven, maar meer kamermuziek en Bruce Springsteen-echo's gaan ten koste van minder koperblazers. Die spelen overigens nog wel een hoofdrol op de geweldige single Dream Lover. Zo zou alle knuffelrock moeten klinken.

04/Protomartyr -  The Agent Intellect
Het geheim van Protomartyr? De Amerikaanse band klinkt onder aanvoering van de charismatische, praatzingende antiheld Joe Casey steevast even getergd als energiek. Het plaatje klopt. Venijnige postpunkriffs, sjofele jasjes, een oefenruimte in een leegstaand pakhuis, songtitels als 'Cowards Starve' en 'Pontiac 87'; dat kan haast niet van een andere plek dan Detroit anno 2015 komen. Protomartyr is de ultieme verklanking van het post-industriële tijdperk.

05/Unknown Mortal Orchestra - Multi-Love

Ik interviewde Ruban Nielson in februari en vergat hem de simpelste vraag denkbaar te stellen. Daarom kwam ik pas later achter de sappige driehoeksverhouding die aan Multi-Love ten grondslag had gelegen. Ging II nog over eenzaamheid en afzondering, daar verhaalt de nieuwe plaat over de andere kant van de medaille; de groeiende behoefte aan affectie en het romantische manco van telefoons. Zeer actueel, dus. Aangevuld met een toetsenist klinkt de band bovendien hechter dan ooit.

06/Rats On Rafts - Tape Hiss

Wist u dat? Sinds de uitgave van Tape Hiss werd de voltallige ritmesectie één voor één zonder boe of ba ontslagen. Waarom de drummer en bassist het veld precies moesten ruimen is onduidelijk. Dat Rats On Rafts een hyperambitieuze band is niet bepaald.
David Fagan en co. namen voor de langverwachte opvolger van debuut The Moon Is Big (2011) nogal de tijd, en hielden alles in eigen hand. Tape Hiss moest en zou volledig analoog opgenomen, gemixt en gemasterd worden. Dat perfectionistisch nastreven van het imperfecte was gedurfd, maar betaalt zich dubbel en dwars uit. De schoonheid zit hem niet zozeer alleen in de ruis, maar toch ook in het ongenadig brute songmateriaal.

07/Viet Cong - Viet Cong


Fans van de legendarische postpunk- en noiserockband Women halen hun hart op. Viet Cong, de doorstart die enkele ex-leden maakten
, klinkt haast even nukkig en onberekenbaar als hun vorige vehikel - en is slechts net iets gemakkelijker te googlen. De groepsnaam, die binnenkort na aanhoudend protest zal worden veranderd, was daarmee in eerste instantie goed gekozen: op hun volgwaardige debuut duiken de snerpende gitaarlijntjes, dwarse tempowisseingen en brandende toetsen steeds precies op wanneer je er geen erg in hebt.   

08/De Kliko's - De Kliko's

Voor bands van eigen bodem draai ik bepaald mijn hand niet om, maar Nederlandstalige platen raken doorgaans niet in mijn jaarlijstje verzeild. Vorig jaar was de gelijknamige LP van Strand een monument van verstilde pracht op #6. De Kliko's uit Haarlem gooien het over een andere boeg: ze geven je een kopstoot zo hard als je negende biertje op de tweede dag van Zwarte Cross - waar de band gek genoeg nog niet voor werd uitgenodigd. Sardonische rock 'n roll in de geest van The Hives of, verder terug, ZZ & de Maskers. 

09/Jessica Pratt - On Your Own Love Again

Jessica Pratt's nieuwe album On Your Own Love Again kenmerkt zich door sobere maar zinsbegoochelende folkwijsjes zonder opsmuk anders dan een akoestische gitaar en een klarinet. Alsof het pardoes weer 1970 is. De liedjes werden opgenomen op vier sporen en in relatieve afzondering, toen Pratt net van San Francisco naar Los Angeles was verhuisd. Dat On Your Own Love Again uit komt op het fameuze Drag City is niet verwonderlijk. Met labelgenote Joanna Newsom deelt ze de heidense, meisjesachtige miauwstem. Met Bill Callahan de dubbelzinnige en tegendraadse songteksten.

10/Die Nerven - Out

Met name Sonic Youth lijkt een grote inspiratiebron voor Die Nerven. Tijdens de magistrale opener Die Unschuld In Person wordt meteen afgetrapt met een heerlijk rabiate riff die zo uit de gitaar van Lee Ranaldo had kunnen komen. Het gif van single Barfuss Durch Die Scherben zit hem dan juist weer in de onheilspellende groove. Out is niet het debuut van het trio, maar wel de eerste plaat sinds de geruchtmakende doortocht op Eurosonic 2015 de deuren buiten de landsgrenzen wist te openen. Er wordt gezongen in het Duits, over iPhones en jeugdwerkloosheid, en de productie is verfrissend clean. Je begrijpt al: dit alles klinkt vervreemdend, ontregelend en exotisch tegelijkertijd.

januari 05, 2016

EERVOLLE VERMELDINGEN 2015

Björk - Vulnicura

Je hebt comebackplaten en comebackplaten. Naar de echte terugkeer van deze IJslandse grande dame werd eigenlijk al jaren uitgekeken. De laatste degelijke plaat Volta dateerde immers alweer van 2007. Voor Vulnicura wist de diva niet alleen één van 's werelds hipste producers van het moment te strikken (Arca), maar kon ze zich tevens beroepen op een klassiek thema uit de popmuziek; liefdesverdriet. Geluk bij een ongeluk? Het resultaat mag er hoe dan ook wezen: Björks grillige stem gaat door merg en been, en songs als Stonemilker, Lionsong en Black Swan behoren tot haar beste materiaal ooit. 

Ryley Walker - Primrose Green

Incubate, 16 september 2014. Ryley Walker speelt met zijn band alles en iedereen weg in jazzpodium Paradox. Figuurlijk dan. Op de setlist, zo weten we nu, prijkte toen voornamelijk materiaal van het album dat een half jaar later zou verschijnen. Zelden hoorden we een blowend en skateboardend schoffie uit Chicago zo'n feilloze hommage brengen aan het werk van wijlen Tim Buckley. Op dit tweede, prachtig gearrangeerde album Primrose Green klinken de liedjes van Walker nog rijper en rijker dan eerst. Alsof het weer 1971 is.

Krill - A Distant Fist Unclenching
Wat zullen we dit eens noemen? Het meest geschifte nummer van het jaar? Mwah. Niet echt, het is meer een solide ontsporend rocknummer, ijzersterk bouwend op niet een niet eens heel erg memorabele monsterriff. In elk geval kan het vanaf nu bijgezet worden in de vitrinekast vol klassiekers over krankzinnig worden. En zou er iets in het drinkwater van Boston, MA zitten dat alle zangers daar doet zingen als een psychopaat?

Beach House - Depression Cherry

Petje af voor Beach House, dat dit jaar vriend en vijand (maar vooral vriend) verraste met liefst twee langspelers. Vooral de eerste, Depression Cherry, was een schot in de roos. Mooiste hoes van het jaar, en wellicht ook de beste single. De groep tapt op Sparks duidelijker dan ooit uit het vaatje met sensuele shoegaze-invloeden, en de wonderschone climax die dat aan het slot oplevert, is om door een ringetje te halen. Beach House doet haar naam steeds minder eer aan; dit is al lang geen muziek voor een zwoele zomeravond.


Half Way Station - DODO

Dit Rotterdamse gezelschap is inmiddels uitgegroeid tot een hechte band met een uniek smoelwerk.
Rikke Korswagen, Elma Plaisier en co. voeren al jaren een felle, verbeten strijd tegen de hokjesgeest - of wie heb jij americana, psychedelica, rap, en orkestrale pop al beter horen vervlechten tot een herkenbaar eigen geluid? - en zijn zodoende in het buitenland veel populairder. Dat daar maar eens verandering in komt. Het geweldige tweede album DODO ten spijt is Half Way Station nog altijd een te ontdekken pareltje van eigen bodem.

Blogarchief


zie ook http://www.damusic.be